palmgrens =
18° isotherm van de koudste maand
parallel =
breedtecirkel
passieve
balans = als de uitgaven hoger zijn dan de inkomsten [bij handels
enbetalingsbalans]
permafrost =
altijd bevroren grond in de polaire zone
planeconomie =
een economisch systeem waarbij de regering d.m.v. plannen bepaalt wat er
geproduceerd moet worden
platen/
schollen = grote stukken aardkorst
plantage =
groot landbouwbedrijf waar één product wordt verbouwd bestemd voor de export
plattegrond =
kaart van een stad of dorp waarop de straten etc. staan
primacy = het
verschil tussen de primate city en de tweede stad qua inwoneraantal
Pleistoceen =
geologische periode van de ijstijden, 2,5 miljoen -10.000 jaar geleden
preglaciaal =
de verzamelnaam van de ijstijden in het Pleistoceen voor de Saaleijstijd
primate city =
megastad die veel groter is dan de tweede stad van dat land
primaire
sector = sector die de producten rechtstreeks uit de natuur haalt
productiemiddelen
= middelen waarmee iets geproduceerd kan worden: arbeid, kapitaal en natuur
polder =
gebied dat lager ligt dan het omringende water en waar de mens de waterstand
regelt
politieke
factor = beïnvloeding door de regering of politiek systeem
poolcirkels =
parallellen van 66½° NB en ZB die grens van de poolstreken vormen
poolklimaat =
klimaat dat het hele jaar een temperatuur heeft van < 10° C en de neerslag
is meestal sneeuw
poolstreken =
gebieden op hogere breedte dan 66½° NB en ZB
poriën =
[hier] ruimte tussen de korrels in een grondsoort
postglaciaal =
de laatste ijstijd van het Pleistoceen
postvulkanische
verschijnselen = vulkanische verschijnselen die voorkomen bij een dode vulkaan
puinwaaier =
[hier] de zandige en kleiige afzettingen van de oerrivieren die het voetstuk
van Nederland vormen