namenregister
= achterin de atlas; doel: snel een bepaalde plaats, zee, gebergte etc.
opzoeken
nationale
schaal = gebied op kaart/te bestuderen gebied is een land
natte
rijstbouw = rijst verbouwt op sawa’s
natuurlandschap
= een landschap dat niet of nauwelijks is ingericht door de mens
natuurkundige
overzichtskaart = kaart die veel aandacht heeft voor natuurlijke elementen (zeeën, hoogte, rivieren etc.)
natuurlijke
afwatering = als water zelf door hoogteverschillen kan wegstromen naar zee of
rivier
natuurlijke
bevolkingsgroei = bevolkingsgroei door geboorte en sterfte
natuurlijke
elementen = landschapsonderdelen die gemaakt zijn door de natuur
natuurlijke
factor = beïnvloeding door de natuur
natuurlijke
grens = grens die gevormd wordt door een
natuurlijk obstakel
natuurlijke
zone = groot aaneengesloten gebied met dezelfde oorspronkelijke plantengroei
neerslag =
water dat in vaste of vloeibare vorm uit de dampkring op aarde neerslaat
netwerkstad =
een stedelijk gebied waarin inwoners veel gebruiken van werkgelegenheid en
voorzieningen in de verschillende plaatsen
niet-westerse
allochtoon = allochtoon die afkomstig uit een ander cultuurgebied dan de
westerse
nieuwe tijgers
= (oorspronkelijk) 4 Aziatische landen met als kenmerk een zeer snelle
economische opkomst
NIL / NIC
[=eng.] = Nieuw Industrie Land/ Newly Industrialized Country ontwikkelingsland
dat zich industrieel snel aan het ontwikkelen is.
nomaden =
mensen zonder vaste woonplaats die rondtrekken met hun vee
noodhulp =hulp
bij hongersnoden, rampen of oorlogsgeweld
noordelijk
halfrond = helft van de aarde ten noorden van de evenaar
noorderbreedte
= ligging van een plaats op het noordelijk halfrond
noordpijl =
pijl die naar het noorden wijst.
noordpool =
noordelijkste punt van de aarde [90 graden NB]
nul-meridiaan
= lengtecirkel die over Greenwich [Londen] loopt