zondag 18 augustus 2013

LLL

laagland = land met een hoogte tussen de 0 en 200 m
laagvlakte = land lager dan 200m met weinig reliëf
ladang landbouw = wijze van landbouw in de tropen waarbij een stukje bos wordt verbrand, op het verbrande stuk wordt een akker aangelegd
landang = brandakker
lage breedte = ligging van een plaats vlakbij de evenaar
lagelonenlanden = landen waar de productiefactor arbeid goedkoop is
landbouw = verzamelnaam voor vier agrarische bestaansmiddelen
landelijk gebied = gebied met weinig bebouwing en veel open ruimte [platteland]
landinrichting = opnieuw inrichten van een landbouwgebied waarbij ook rekening gehouden wordt met de natuur
landschap = alles wat je waarneemt als je vanuit een bepaald punt een gebied overziet [visuele benadering]
landverhuizing = zie emigratie
latifundia = zeer groot landbouwbedrijf /grootgrondbezit in Latijns Amerika
lava = magma dat uit de aardkorst is gestroomd (kan vloeibaar of gestold zijn)
leeftijdsgrafiek = staafdiagram dat de leeftijdsopbouw van de bevolking laat zien
legenda = verklaring van de gebruikte kleuren/letters/tekens op een kaart
lichte industrie = bedrijven die werken met halffabricaten of onderdelen en hun producten gaan naar rechtstreeks naar de markt
lijzijde = kant van een gebergte dat in de luwte ligt
lithosfeer = de aardkorst [ook: steenschaal]
logistiek = activiteiten die ervoor zorgen dat goederen in de juiste hoeveelheid en samenstelling op de juiste plaats en tijd terecht komen
lokale schaal = gebied op kaart/te bestuderen gebied is een plaats
loefzijde = kant van een gebergte waar de wind op staat
loofbomengrens = -3° isotherm van de koudste maand
löss = zeer fijn zand

luchtvervuiling = vervuiling van de dampkring met giftige stoffen