laagland =
land met een hoogte tussen de 0 en 200 m
laagvlakte =
land lager dan 200m met weinig reliëf
ladang
landbouw = wijze van landbouw in de tropen waarbij een stukje bos wordt
verbrand, op het verbrande stuk wordt een akker aangelegd
landang =
brandakker
lage breedte =
ligging van een plaats vlakbij de evenaar
lagelonenlanden
= landen waar de productiefactor arbeid goedkoop is
landbouw =
verzamelnaam voor vier agrarische bestaansmiddelen
landelijk
gebied = gebied met weinig bebouwing en veel open ruimte [platteland]
landinrichting
= opnieuw inrichten van een landbouwgebied waarbij ook rekening gehouden wordt
met de natuur
landschap =
alles wat je waarneemt als je vanuit een bepaald punt een gebied overziet
[visuele benadering]
landverhuizing
= zie emigratie
latifundia =
zeer groot landbouwbedrijf /grootgrondbezit in Latijns Amerika
lava = magma
dat uit de aardkorst is gestroomd (kan vloeibaar of gestold zijn)
leeftijdsgrafiek
= staafdiagram dat de leeftijdsopbouw van de bevolking laat zien
legenda =
verklaring van de gebruikte kleuren/letters/tekens op een kaart
lichte
industrie = bedrijven die werken met halffabricaten of onderdelen en hun
producten gaan naar rechtstreeks naar de markt
lijzijde =
kant van een gebergte dat in de luwte ligt
lithosfeer =
de aardkorst [ook: steenschaal]
logistiek =
activiteiten die ervoor zorgen dat goederen in de juiste hoeveelheid en
samenstelling op de juiste plaats en tijd terecht komen
lokale schaal
= gebied op kaart/te bestuderen gebied is een plaats
loefzijde =
kant van een gebergte waar de wind op staat
loofbomengrens
= -3° isotherm van de koudste maand
löss = zeer
fijn zand
luchtvervuiling
= vervuiling van de dampkring met giftige stoffen